Vanaf 1033 domineerde een kasteel de vallei. Het is een kwestie van een alleu de provinciale rechten die ermee verband houden zich uitstrekken in het land van Luik en tot aan de abdij van Saint-Trond.
Waleran-Udon verwerft deze plek en bouwt een machtig dorp dat in de loop van de eeuwen zal worden geconfronteerd met een lange reeks verwoestingen, branden en wederopbouw.
De titel van hoofdstad van het hertogdom en het verzekerde toevluchtsoord dat dit naar verluidt onneembare fort vormt, de vurigheid van zijn hertogen en de eindeloze conflicten van de middeleeuwen zullen de stad vele zetels opleveren. Al 6 eeuwen lang is het geluid van kanonnen het dagelijkse leven van de inwoners.
De grootste kapiteins in de geschiedenis belegerden het fort: Hendrik IV van Duitsland in 1101, de prinsen van Oranje in 1577, Alexander Farnese in 1578, de tang van Condé in 1675 en de hertog van Malborough in 1703.
In de 18e eeuw werd het fort buiten gebruik gesteld. Limburg bouwde toen zijn huidige geschiedenis van rust, beschut door zijn muren.